Overslaan naar inhoud

De kracht van adaptief bestuur

en de rol en beperking van pilots in het sociaal domein

Inleiding

We hebben de ambitie om meer grip te krijgen op de ontwikkelingen in het sociaal domein en het jeugddomein in het bijzonder. Vaak ontstaat de gedachte dat door specifieke delen van het systeem te isoleren, de overzichtelijkheid toeneemt en het ontwikkelen van grip makkelijker wordt. Een voorbeeld hiervan is het toepassen van pilots. Het idee achter een pilot is om in een gecontroleerde omgeving een nieuwe aanpak of interventie toe te passen, met de veronderstelling dat een succesvol experiment kan worden opgeschaald naar het hele systeem. Echter, deze aanpak kent een belangrijke beperking: de isolatie van een deel van het systeem leidt zelden tot duurzame veranderingen en kostenreducties in het grotere geheel.

In deze blog verkennen we de paradox van pilots, de valkuilen van systeemisolatie en de kracht van adaptief bestuur als een effectievere benadering voor complexe omgevingen zoals het jeugddomein.

De Paradox van Pilots

Pilots bieden een kans om in een gecontroleerde omgeving te experimenteren en te leren. Maar de paradox is dat, hoewel een geïsoleerde interventie succesvol is, de impact op het grotere geheel beperkt kan blijken of zelfs averechtse effecten kan hebben.

Bijvoorbeeld, een pilot op een school gericht op het versterken van de pedagogische basis of een pilot om de capaciteit van de wijkteams te vergroten, kan leiden tot minder doorverwijzingen naar gespecialiseerde jeugdzorg. Maar bij het opschalen blijkt vaak dat de reductie op de tweede lijn elders in het systeem wordt gecompenseerd doordat vrijgekomen capaciteit wordt ingezet om bijvoorbeeld wachtlijsten weg te werken, nieuwe instroom te faciliteren, een andere doelgroep te helpen, uit te breiden naar andere gemeenten, en vele andere mogelijkheden. 

Door deze compenseerde effecten groeit het systeem als geheel in plaats van te krimpen. Het resultaat is dat de omvang en complexiteit van het systeem niet verminderen en de kosten van het geheel stijgen.

Waarom Isolatie Niet Werkt

Het isoleren van een deel van een complex adaptief systeem, zoals het jeugddomein, levert vaak niet op wat men ervan verwacht. De inzet is om zekerheid te verkrijgen over de uitwerking van een verandering, waarbij de focus wordt gelegd op het testen en aantonen van het positieve effect van een veranderde opzet van een deel van een groter geheel. Als de verandering later op grotere schaal wordt ingezet ontstaan vaak de volgende onverwachte effecten:

  1. Compensatie door het Systeem: Het systeem als geheel past zich aan veranderingen aan, waardoor de ruimte of verandering, die wordt beoogd teniet wordt gedaan door andere krachten in het systeem.
  2. Beperkte Schaalbaarheid: Wat in een geïsoleerde omgeving werkt, werkt vaak niet op grotere schaal, omdat contextuele variabelen buiten de pilot anders en omvangrijker zijn. De werking zoals die in een beperkte en gecontroleerde opzet is aangetoond blijkt daardoor niet op te treden in het grote systeem.
  3. Onvoorziene Neveneffecten: Een lokale verbetering kan elders in het systeem een verslechtering veroorzaken, bijvoorbeeld door toegenomen vraag of verschuivingen van problemen naar andere deel van het systeem of zelfs andere domeinen dan het sociaal domein.

Hoe kunnen we met deze gegevens omgaan en invloed uitoefenen en gepast reageren op veranderingen in een complex systeem?

Wat is Adaptief Bestuur?

Adaptief bestuur is een bestuursvorm die meer rekening houdt met de dynamiek en onvoorspelbaarheid van het gehele systeem. In plaats van te streven naar voorspelbare, beheersbare en lineaire veranderingen, richt adaptief bestuur zich meer op het versterken van flexibiliteit en aanpassingsvermogen.

Belangrijke kenmerken van adaptief bestuur zijn:

  • Voortdurend leren en aanpassen: Bestuurders verzamelen continu feedback uit verschillende bronnen en passen beleid daarop aan.
  • Scenariodenken: Scenariodenken richt zich op het het vermogen om in alternatieve toekomstbeelden te denken en reactievermogen te vergroten in plaats van te vertrouwen op rigide projectplannen en gericht te zijn op vastomlijnde doelen.
  • Systeemdenken: Binnen het systeemdenken worden beslissingen genomen met een holistisch perspectief, waarbij meer rekening wordt gehouden met interacties en afhankelijkheden binnen het systeem dan binnen het traditionele oorzaak-gevolg-denken.
  • Diversiteit in inzichten: Omdat er sprake is van diverse verschillende belanghebbenden en vele invloeden wordt in het systeemdenken gewerkt vanuit meerdere perspectieven en partijen. Multidimensionele beelden leiden tot een beter begrip van de systeemdynamiek en effectievere interventies.
  • Strategische knooppunten: Door te denken in en te zoeken naar "Strategic leverage points" kunnen punten worden geïdentificeerd waar kleine, gerichte interventies disproportioneel grote effecten kunnen hebben (Meadows, 1999). Focussen van losse maatregelen en richten op deze punten kan interferentie opleveren en daardoor versnelling geven aan veranderingen.

Wat is Nodig voor Adaptief Bestuur?

Om adaptief bestuur effectief toe te passen, zijn verschillende elementen essentieel:

  1. Leiderschap in onzekerheid: Bestuurders moeten zich comfortabel voelen met onzekerheid en het regelmatig bijstellen van tactiek en uitvoering. Woorden als Succes en falen worden vervangen door observeren en adequaat reageren.
  2. Monitoring en Evaluatie: Er zijn systemen nodig die werken als een radar en data/beelden verzamelen om feedback en informatie te krijgen over het systeem. Op basis van de trends en ontwikkeling wordt de bedrijfsvoering en het beleid vormgegeven en bijgestuurd.
  3. Samenwerking: Goede samenwerking tussen stakeholders binnen het systeem is noodzakelijk, inclusief het doorbreken van traditionele organisatorische grenzen en kolommen. Voor het sociaal domein betekent dit dat de traditionele vorm van denken over opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap onvoldoende basis geeft om het systeem succesvol te beïnvloeden.
  4. Aanpasbare Beleidsstructuren: Beleidsprocessen moeten voldoende stevig en tegelijk flexibel zijn en ruimte laten voor bijsturing op basis van nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden.
  5. Alternatieve inzetbaarheid van middelen: Financiële middelen en personele capaciteit moeten flexibel kunnen worden ingezet om adequaat te reageren op veranderende situaties.

Wetenschappelijke Onderbouwing en Experts

De principes van adaptief bestuur zijn uitgebreid onderbouwd in wetenschappelijke literatuur. Onderzoek naar complexe adaptieve systemen door wetenschappers, zoals Brian Walker, David Snowden en Donella Meadows toont aan dat lineaire en geïsoleerde benaderingen vaak falen in dynamische systemen.

  • Brian Walker et al. (2004) benadrukken in Resilience, Adaptability and Transformability in Social–Ecological Systems het belang van adaptiviteit en veerkracht in bestuursmodellen.
  • David Snowden’s Cynefin Framework laat zien dat complexe systemen vragen om een adaptieve en iteratieve benadering in plaats van een lineaire projectmatige aanpak.
  • Donella Meadows (1999) introduceerde het concept van Leverage Points, waarin zij strategische ingrepen in systemen identificeert die grote impact kunnen hebben.
  • Het Iceberg Model van Meadows helpt bij het begrijpen van diepere structuren en patronen die gedrag binnen systemen beïnvloeden.
  • McKinsey stelt in meerdere rapporten dat adaptief bestuur cruciaal is voor effectief management in complexe omgevingen (bron: McKinsey Quarterly).

Conclusie

Pilots en andere vormen van (tijdelijke) isolatie in complexe systemen, zoals het jeugddomein kunnen waardevolle inzichten bieden in de werking van het grotere geheel. Ze zijn echter geen sluitende aanpak om grootschalig veranderingen door te voeren, omdat effecten uit een pilot vaak door verschillende oorzaken niet optreden op grote schaal.

Adaptief bestuur biedt een duurzamer en effectiever perspectief door het sociaal domein als geheel te benaderen en dynamiek en onvoorspelbaarheid te omarmen en als uitgangspunt te nemen in plaats van dit trachten te vermijden. Pilots kunnen daarbij helpen om strategische beïnvloedingspunten te vinden en systeemgedrag beter te begrijpen.

Door bestuurders en beleidsmakers te trainen in adaptieve strategieën, monitoring en systeemdenken, kunnen effectievere interventies en veerkrachtige samenwerkingen worden ontwikkeld. Dit leidt uiteindelijk tot een responsiever en duurzamer sociaal domein.

Sturen en monitoren in dynamische omgevingen
De rol van monitoring, adaptieve governance en integraal denken